Last updated on

Spaartechnologie


Introductie

Bitcoin wordt in de traditionele media vaak voorgesteld als een betalingssysteem. Dit is volgens mij een verkeerde weergave van wat de essentie van Bitcoin is. Satoshi Nakamoto gaf ons inderdaad een nieuwe vorm van digitale cash die we kunnen gebruiken om betalingen mee te doen. Maar dit gaat voorbij aan een ander belangrijk aspect van Bitcoin: door tussenpersonen overbodig te maken bij de organisatie van ons geld betekent Bitcoin eerst en vooral een innovatie in onze sociale schaalbaarheid.

In onze geschiedenis was het voorheen nog nooit mogelijk om waarde in een oogwenk te transfereren tussen partijen in verschillende uithoeken van onze planeet zonder daarbij afhankelijk te zijn van een vertrouwde tussenpersoon zoals een bank of overheid. In 2008 publiceerde iemand onder het pseudoniem ‘Satoshi Nakamoto’ een oplossing van 9 pagina’s op een zeer oud computerprobleem.[1] Nakamoto consensus en het computerprotocol (Bitcoin) dat hij bouwde en publiceerde liet ons voor het eerst toe om waarde te versturen via het internet met een minimum aan benodigd vertrouwen.

Een Peer-to-Peer versie van electronisch geld maakt online betalingen van de ene naar de andere partij mogelijk zonder inmenging van een financiële instelling. Digitale handtekeningen zijn een deel van de oplossing maar de belangrijkste voordelen gaan verloren als er nog een vertrouwde derde partij nodig is om dubbele betalingen te voorkomen. We bieden een oplossing voor dit probleem met behulp van een Peer-to-Peer netwerk. Het netwerk dateert transacties door ze in een aaneensluitende ketting van op hash-gebaseerde Proof-of-Work te plaatsen. Zo wordt een log gevormd die niet kan worden gewijzigd zonder de Proof-of-Work opnieuw uit te voeren.

Satoshi Nakamoto - Bitcoin: A Peer-to-Peer Electronic Cash System (31/10/2008)

In ons huidig monetair systeem zijn we namelijk erg vatbaar voor de acties van anderen. Verregaande centralisatie in de productie van ons geld (centrale banken maken kosteloos reserves aan waarmee banken geld kunnen uitgeven in de vorm van leningen) en in onze betalingssystemen daar bovenop betekent dat ons geld niet resistent is tegen ontwaarding en dat onze betalingen niet resistent zijn tegen censuur. Bitcoin is geen technologische innovatie om betalingen te verbeteren. Het is een monetaire revolutie.

De komst van Bitcoin geeft ons als investeerders een nieuw schaars, digitaal goed - bitcoins. Deze digitale goederen zijn verhandelbare tokens die gecreeërd worden op het Bitcoin netwerk via een proces dat ‘minen’ noemt. Het produceren van nieuwe bitcoins is vergelijkbaar met het ontginnen van goud. De productie van zowel goud als bitcoins kost tijd en energie. Een belangrijk verschil is echter dat, in tegenstelling tot goud, de productie van nieuwe bitcoins een voorspelbaar verloop kent. Het algoritme dat iedereen aanvaardt en door velen wordt afgedwongen beperkt de totale hoeveelheid tokens tot 21 miljoen (waarvan er vandaag al meer dan 18 miljoen werden ontgonnen).[2] Iedere 4 jaar wordt het aantal nieuwe bitcoins dat producenten kunnen ontginnen gehalveerd totdat de productie van nieuwe bitcoins volledig zal stilvallen in het jaar 2140.

Vandaag kunnen miners ongeveer iedere 10 minuten 12.5 bitcoins ontginnen. Per dag worden dus 1800 nieuwe bitcoins gemaakt. De volgende halvering zal rond begin Mei 2020 plaatsvinden en dan zullen iedere 10 minuten slechts 6.25 bitcoins geproduceerd worden. Na de volgende halvering worden er iedere dag nog 900 nieuwe bitcoins ontgonnen. Op dit moment zijn zo’n 18.2 miljoen bitcoins ontgonnen van de totale 21 miljoen (een kleine 87%).

![bitcoin-uitgifte] Figuur 1: Uitgifte-schema van bitcoins. Vandaag worden iedere 10 minuten 12.5 BTC ontgonnen in een zogenaamde coinbase reward. Vanaf blokhoogte 630.000 zal dit zakken naar 6.25 BTC iedere 10 minuten. De jaarlijkse inflatie wordt zo gehalveerd van 3.6% naar 1.8%. Er zijn reeds 18.2 miljoen bitcoins ontgonnen. (bron: github bashco)

Bitcoins worden niet gedekt door een fysiek goed en worden niet gegarandeerd door een overheid of kasstroom van een bedrijf. Dus reist de vraag: waarom heeft dit nieuwe internetgeld uberhaübt enige waarde? Bitcoins vallen onder een compleet andere categorie van goederen waarvan de waarde op een spel-theoretische manier bepaald wordt. Iedere marktdeelnemer waardeert het goed op basis van zijn inschatting van hoe andere deelnemers het zullen waarderen. Om deze spel-theoretische natuur van monetaire goederen te begrijpen, moeten we de oorsprong van geld onderzoeken.[3]

De oorsprong van geld

We kunnen ons inbeelden dat in de eerste menselijke maatschappijen primitieve handel werd gedreven tussen groepen mensen door middel van ruilhandel. Dit moet een enorm inefficiënte manier van ruil geweest zijn die de schaal en het geografisch bereik van de handel sterk limiteerde. Een groot nadeel bij directe ruil is namelijk de nood aan samenvallen van behoeften (het zogenaamde double coincidence of wants probleem). Iemand met appels zou bijvoorbeeld kunnen ruilen met een visser maar indien de visser op dat moment geen appels wil, kan er geen ruil plaatsvinden. Met tijd leerden we dat we er voordeel konden uit halen om bepaalde verzamelobjecten te vergaren omwille van hun zeldzaamheid of symbolische waarde (bijvoorbeeld schelpen, dierentanden of stenen werktuigen). Nick Szabo argumenteerde in zijn essay over de oorsprong van geld dat de menselijke fascinatie voor verzamelobjecten ons een evolutionair voordeel gaf in vergelijking met onze naaste biologische rivalen. Vandaag zijn we de enige resterende mensensoort.[3:1]

De voornaamste en ultieme evolutionaire functie van verzamelobjecten was als medium om waarde op te slaan en waarde te transfereren.

Szabo Nick (2002): Shelling Out: - The Origins of Money

Verzamelobjecten deden dienst als een soort proto-geld door handel mogelijk te maken tussen stammen (die doorgaans vijandig tegenover elkaar waren) en om rijkdom te transfereren over generaties. Geld is primair een technologie die conflict minimaliseert en een nood aan vertrouwen minimaliseert. Handel en transfers van verzamelobjecten waren vrij ongebruikelijk in vroege maatschappijen. De goederen deden voornamelijk dienst als een ‘oppotmiddel’ (store-of-value) in plaats van een ‘ruilmiddel’ (medium-of-exchange).[3:2]

Vergeleken met modern geld had primitief geld een lage velociteit - het werd doorheen het leven van een individu misschien maar een paar keer geruild. Toch kon een duurzaam verzamelobject, wat we vandaag eerder een erfstuk zouden noemen, vele generaties meegaan en bij iedere transfer waarde toevoegen.

Szabo Nick (2002): Shelling Out - The Origins of Money

Vroege mensen werden geconfronteerd met een belangrijk spel-theoretisch dilemma wanneer ze verzamelobjecten vergaarden of maakten: welke objecten zouden gewild worden door andere mensen? Door juist te anticiperen welke goederen gevraagd zouden worden voor hun verzamelwaarde werd een enorm voordeel gegeven aan de eigenaar van die stukken. Het verhoogde hun mogelijkheid om succesvol te handelen en rijkdom te vergaren. Het is belangrijk om op te merken dat hoe vroeger iemand anticipeert op een toekomstige vraag naar een goed, des te groter het voordeel voor de eigenaar. Het kan zo goedkoper verkregen worden dan wanneer het algemeen gegeerd is en de ruilwaarde ervan stijgt. Sterker nog, het vergaren en bijhouden van een goed in de hoop dat het in de toekomst in trek zal zijn, versnelt de adoptie van dat goed voor de functie van oppotmiddel. Deze circulariteit is een terugkoppelingsmechanisme dat er voor zorgt dat maatschappijen convergeren naar één enkel oppotmiddel. In spel-theoretische termen noemen we dit een ‘Nash-evenwicht’. Het is een dominante strategie. Het bereiken van een Nash-evenwicht voor een oppotmiddel is een groot voordeel voor een maatschappij omdat het handel vergemakkelijkt het pad effent richting een welvarende civilisatie.[3:3]

![trade-routes]

Over millenia waren verschillende kandidaten als beste oppotmiddel in competitie met elkaar terwijl onze maatschappijen groeiden en handelsroutes zich ontwikkelden. Handelaars werden geconfronteerd met de keuze om het oppotmiddel van hun eigen groep te gebruiken of om een vreemd geld te sparen. Ze konden ook een balans van beide aanhouden. Het aanhouden van een vreemd oppotmiddel had voordelen om handel te drijven in het buitenland. Ze hadden meteen ook een drijfveer om de adoptie ervan te bevorderen in hun eigen land en deden op die manier voordeel wanneer de waarde ervan steeg. Wanneer twee regio’s convergeerden naar een welbepaald oppotmiddel haalden beiden er voordeel uit en vergemakkelijkten ze de wederzijdse handel en verhoogde de algemene welvaart. Het duurde tot de in de 19e eeuw vooraleer de wereld convergeerde naar één enkel oppotmiddel - goud - en deze periode kende een ongeziene explosie van groei en welvaart. Lord Keynes schreef hierover hetvolgende:

Wat een buitengewone episode in de economische vooruitgang van de mens … Elke man met capaciteit of karakter die net het gemiddelde overschreed, de middenklasse en hogere klasse, voor wie het leven gemak, comfort en voorzieningen bood, tegen lage kosten en met de minste moeite, waar zelfs de rijkste en machtigste vorsten uit andere tijden niet durfden van dromen. Een inwoner van Londen kon terwijl hij in zijn bed nog thee dronk per telefoon de verschillende producten van over de hele aarde bestellen. Hij bestelde gelijk welke hoeveelheid die hij nodig achtte en verwachtte rederlijkerwijs een vroege levering aan zijn deur. John Maynard Keynes (1920) - The Economic Consequences of The Peace

In dit artikel legde ik uit dat de mens een drang bezitten om zeldzame verzamelobjecten te maken en te vergaren. Deze objecten waren niet enkel decoratief maar vertoonden een aantal zeer specifieke eigenschappen. Een goed verzamelobject moest namelijk een aantoonbaar kostelijk goed zijn. Het moest een een duidelijk bewijs van werk (een proof-of-work) zijn. Deze vroege vormen van geld gaven ons een universele taal om te communiceren over de waarde van onze tijd.[4]

Geld als metafoor voor onze tijd

De tijd is onze ultieme tyran. Door de alsmaar toenemende entropie in ons universum en de tweede wet van de Thermodynamica is de schaarste van tijd een gedeelde realiteit die elk van ons beperkt. Als individu worden we beperkt door de schaarse hoeveelheid tijd die we krijgen gedurende ons leven. Collectief manifesteert deze assymetrische tijdspijl zich in het feit dat we met z’n allen een beperkte tijd hebben om elkaar van goederen en diensten te voorzien.[5]

We bevrijden ons uit de grip van onze tijdstyrannie door innovatie en het verhogen van onze productiviteit: de kunst om het beste resultaat te bereiken met onze gelimiteerde hoeveelheid tijd. We proberen onze tijdsschaarste als maatschappij te verhelpen door wederkerig voordelige handelsrelaties aan te gaan en onze productiviteit aan beide kanten te verhogen.

In onze handel doorheen de geschiedenis hadden we een manier nodig om tijd voor te stellen aan beide kanten van een transactie om tot een akkoord te komen over de waarde van een goed. Geld is een metafoor voor de waarde van onze tijd. Hoe schaarser het geld is, hoe dichter het aanleunt bij de schaarste van onze tijd. Schaarste is een maatstaf van tijd en tijd is een maatstaf van waarde. De enige vereiste is dat het geld dat we gebruiken een universele maatstaf van tijd is. Het moet voor iedereen even schaars zijn.[6]

We kunnen dit best illustreren met een voorbeeld:

  • Alice verkoopt een paar schoenen aan Bob. Het kost Alice 2 maanden om een paar schoenen te produceren.
  • Bob heeft geen idee hoe hij schoenen produceert. Hij schat dat het hem 10 maanden zou kosten om te produceren.
  • Een stuk goud van 1 gram kost zowel Bob en Alice 5 maanden om te vinden. Ze weten dat het voor hen beiden even schaars is. Goud draagt hier belangrijke informatie: 1 gram goud is een voorstelling voor een specifieke tijd voor beide partijen.
  • Bob betaalt 1 gram goud aan Alice. Zo doet Bob voordeel bij de ruil: Hij krijgt een paar schoenen die hem 10 maanden zouden kosten om te produceren in ruil voor een stuk goud dat 5 maanden waard is.
  • Alice is ook blij: ze krijgt een goed dat haar 5 maanden zou kosten om te produceren in ruil voor een paar schoenen voor 2 maanden.

Ruil is voor beide partijen voordelig. Alice en Bob besparen beiden tijd in vergelijking met het geval zonder ruil. De transactie creeërt waarde en iedereen geniet van elkaars verschil in kennis en capaciteit. Geld laat ons toe voordeel te halen uit de kennis van anderen en laat toe dat de hele maatschappij er op vooruit gaat. Richard Dawkins noemt geld in ‘The Selfish Gene’ een teken van uitgesteld wederkerig altruisme. Weinig dieren slagen erin om verregaand samen te werken met niet-bloedverwanten. Wij slagen daar in door middel van geld. Geld verlaagt de nood aan vertrouwen en minimaliseert conflict. Het doet dienst als een waardestandaard voor onze tijd. We leggen een meetlaat naast een goed voor we het uitwisselen. In plaats van een vaste lengte moet de meetlat een vaste schaarste hebben die voor iedereen geldt.[6:1]

Handel verbindt ons in economische netwerken die ons productiever maken door comparatieve voordelen: een diversiteit aan capaciteiten, ervaring en kennis die zich op een natuurlijke manier onder ons manifesteren. Door met elkaar te handelen kunnen we ons toeleggen op onze comparatieve voordelen en ons specialiseren in bepaalde activiteiten. Een verregaande specialisatie van onze arbeid (division of labor) laat ons toe om eenzelfde hoeveelheid te produceren in minder tijd of om meer te produceren in dezelfde tijd. Onze tijdsbesparingen kunnen we gebruiken als vrije tijd of we kunnen die extra tijd gebruiken om verder te innoveren. In dit laatste geval ontstaat een positieve zelf-versterkende cyclus die we het proces van onze civilisatie noemen.[5:1]

![process-of-civilisation] Figuur 2: Een zelf-versterkende cycle van tijdsbesparingen en innovatie of ‘het proces van civilisatie’.

Geld is dus niets anders dan een technologie waarmee we deze tijdsbesparingen meten (waardestandaard) en transfereren doorheen de tijd (oppotmiddel) en ruimte (ruilmiddel). Op die manier is geld een opslagmedium van onze tijdsbesparing gerealiseerd door specialisatie en handel. Geld kristalliseert onze tijd en maakt het tegelijk opnieuw liquide.

De functies van geld

Onze moderne maatschappij heeft een obsessie met geld dat enkel de functie van ruilmiddel vervult. Toegegeven, ons huidig geld vervult deze specifieke functie van geld veel beter dan zijn voorganger; goud. Tijdens de 20e eeuw monopoliseerden natiestaten de uitgifte van geld en werd de rol van geld als oppotmiddel drastisch ondermijnd. Hierdoor ontstond de verkeerde perceptie dat geld enkel gebruikt wordt als ruilmiddel. Vele vooraanstaande economen verklaarden dat Bitcoin de rol van geld onmogelijk kan vervullen omdat de prijs te volatiel zou zijn en dus de rol van ruilmiddel niet kan vervullen. Maar dit spant de kar voor het paard. Geld evolueerde altijd in fasen waarbij de functie van oppotmiddel voorafgaat aan de functie van ruilmiddel. William Stanley Jevons, grondlegger van de marginale revolutie in de economische wetenschapen, legde uit:

“Historisch gezien leek goud eerst aan decoratieve doeleinden te voldoen, ten tweede sloeg het rijkdom op, ten derde deed het dienst als ruilmiddel en tenslottte vervulde het een rol als rekeneenheid.”

In bekendere terminologie evolueert geld altijd volgens deze vier fasen:

  1. Verzamelobject: in een eerste fase van zijn evolutie wordt geld gevraagd enkel en alleen omwille van zijn opmerkelijke kenmerken. Schelpen, kralen en goud waren eerst verzamelobjecten vooraleer ze gingen voldoen aan andere functies van geld.
  2. Oppotmiddel: eenmaal een goed door voldoende mensen gegeerd wordt omwille van zijn opmerkelijke kenmerken zal het aanvaard worden als een manier om waarde te behouden doorheen de tijd. Wanneer een bepaald goed gevraagd wordt als oppotmiddel bij een breder publiek zal de koopkracht van dat goed stijgen. Méér en méér mensen willen het aanhouden precies om die rol te vervullen. De koopkracht van een oppotmiddel zal uiteindelijk afvlakken wanneer het breed verspreid is en de instroom van nieuwe mensen afvlakt.
  3. Ruilmiddel: wanneer een goed wijd verspreid is, zal de koopkracht van dat goed stabiliseren. Eens dit gebeurt dan zakt de opportuniteitskost om het te gebruiken in handel. Het kan vervolgens een rol als ruilmiddel beginnen vervullen. De man die vroeger 10000 bitcoins betaalde voor 2 pizza’s illustreert deze hoge opportuniteitskost. Deze pizza’s zijn vandaag ongeveer 90 miljoen euro waard.
  4. Rekeneenheid: als een goed universeel geaccepteerd wordt als ruilmiddel worden goederen en diensten geprijsd in dat goed. Vandaag worden goederen geprijsd in dollar’s en euro’s. Vervolgens wordt door handelaars omgerekend hoeveel iets kost in bitcoin. Pas wanneer handelaars voor hun goederen bitcoin accepteren zonder daarbij naar de koers van bitcoin versus euro kijken, kunnen we spreken van een echte Bitcoin-standaard.

In onze geschiedenis gebruikten we reeds vele verschillende vormen van geld. We gebruikten kralen, kettingen, zout, vee, brons, stenen, zilver, goud en papier. Heel wat goederen kunnen kandidaat zijn om de vier bovenstaande functies te vervullen. Maar generatie per generatie ontdekten we dat sommige goederen beter dienst deden als geld dan andere. Sommige goederen hadden welbepaalde kenmerken waardoor ze de functies die we van geld verwachten beter vervulden.[1:1]

De kenmerken van geld

Charles Darwin’s evolutietheorie via natuurlijke selectie stelt dat bepaalde organismen meer kans hebben om te overleven, zich voort te planten en hun genen door te geven wanneer ze specifieke kenmerken bezitten waardoor ze zich beter aan hun omgeving kunnen aanpassen dan andere leden van hun soort. Geld is daarin niet anders. Iedere vorm van geld bezit bepaalde kenmerken waardoor het beter (of slechter) in staat is om te overleven en dus om de functies te vervullen van verzamelobject, oppotmiddel, ruilmiddel en rekeneenheid.[2:1]

Bitcoin is een nieuw soort geld met superieure kenmerken in vergelijking met voorgangers. Het is tegelijk ook een levend organisme.

“Het leeft en ademt op het internet. Het leeft omdat het mensen kan betalen om het in leven te houden. Het leeft omdat het een waardevolle dienst vervult waar mensen voor willen betalen. Het leeft omdat eender wie, waar dan ook, een kopie van de broncode kan draaien. Het leeft omdat alle actieve kopies constant met elkaar praten. Het leeft omdat het radicaal transparant is: iedereen kan de broncode zien en kan exact zien wat het doet. Je kan het niet veranderen. Je kan er niet mee discussiëren. Je kan er niet mee knoeien. Je kan het niet stoppen. Je kan het zelfs niet onderbreken. Mocht een nucleaire oorlog de halve planeet vernietigen, zou het nog verder leven, ongecorrumpeerd.” Ralph Merkle

De levenscode van Bitcoin werd vooraf ontworpen en werd gebruikt in het organisme vanaf het begin. Bitcoin’s DNA werd zorgvuldig gekozen door Satoshi Nakamoto. Satoshi lanceerde een nieuw goed dat online verhandeld kon worden met de bedoeling om het beste geld te zijn dat we ooit gezien hebben. De genetische code van Bitcoin vertegenwoordigt een set van instructies die geschreven werd om de organisatie en coördinatie van een levend organisme aan te sturen. De genetische code van Bitcoin manifesteert zich via kenmerken (karakteristieken van een organisme) die mogelijk zichtbaar of onzichtbaar zijn. Hieronder bespreken we elk van deze kenmerken en vergelijken we fiat-geld (ons huidig geld), goud en Bitcoin op die verschillende kenmerken.

![Kenmerken-van-geld---tabel] Tabel 1: De kenmerken van geld - een vergelijking tussen fiat-geld, goud en Bitcoin.

Verifieerbaar

De echtheid van zowel goud als van ons huidig fiat-geld is redelijk eenvoudig te verifiëren. Maar hoewel bankbiljetten hoogstaande technologie gebruiken om namaak tegen te gaan, worden overheden en burgers nog altijd geconfronteerd met valsmunterij en namaakbiljetten. Ook goud is niet immuun voor namaak. Criminelen slaagden erin om vals goud op de markt te verkopen aan onwetende klanten.

Dit staat in contrast met bitcoin, waarvan de authenticiteit in een oogwenk en met mathematische zekerheid kan worden geverifieerd. De eenvoud waarmee dit geld op echtheid kan gecontroleerd worden, maakt bitcoin de overduidelijke winnaar op dit gebied.

Fungibel

Goud is de absolute winnaar op vlak van fungibiliteit of verwisselbaarheid. Dit is de mate waarin verschillende eenheden van het geld als equivalent beschouwd worden. Je kan goud altijd smelten en opnieuw gieten waardoor het volledig identiek wordt aan iedere andere hoeveelheid goud. Fiat-geld is dan weer slechts zo fungibel als de uitgevende instantie beslist. Hoewel verschillende soorten biljetten doorgaans door iedereen geaccepteerd worden, kunnen overheden eenzijdig beslissen om bepaalde biljetten af te schaffen. Zo besliste de overheid in India van de ene dag op de andere om de biljetten van 500 en 1000 rupees niet langer te accepteren. Als reden werd enkel een vermeende rol in de zwarte economie gegeven. Vandaag overwegen bepaalde instanties ook om grotere denominaties cash af te schaffen en op die manier makkelijker negatieve rentevoeten te kunnen doordrukken als antwoord op een volgende economische crisis.

Bitcoin is perfect fungibel op het niveau van het netwerk. Iedere bitcoin wordt identiek behandeld. Doordat iedere transactie voor eeuwig wordt bijgehouden in de boekhouding (de zogenaamde blockchain) is het wel mogelijk dat bepaalde bitcoins in de toekomst anders worden gewaardeerd door derde partijen. Wanneer bepaalde bitcoins een geschiedenis vertonen die gelinkt is aan criminele activiteiten kunnen deze bijvoorbeeld geweigerd worden door handelaars of wisselkantoren.

Transfereerbaar

Bitcoins zijn zeer makkelijk te transfereren. Een USB stick kan de sleutels tot miljarden euro’s bevatten en kan overal mee naartoe genomen worden. Een transactie kan diezelfde hoeveelheid bitcoins in een oogwenk naar een nieuwe eigenaar aan de andere kant van de planeet versturen.

Fiat-geld is ondertussen voornamelijk digitaal en dus ook makkelijk transfereerbaar. Dit was een belangrijk voordeel ten opzichte van goud, waardoor het edele metaal onttroond werd als universeel aanvaard ruilmiddel. Maar overheden kunnen de vrije stroom van kapitaal makkelijk aan banden leggen en transacties in fiat-geld censureren. Cash is een alternatief maar veel minder makkelijk transfereerbaar wanneer we rekening houden met de risico’s van opslag en de kosten van het transport.

Tot slot is goud het minst transfereerbaar. Doorgaans wordt het goud op een vaste, veilige plaats gehouden en worden eigendomstitels aangepast bij transfer (in plaats van het goud fysiek te verplaatsen). Verschepen van fysiek goud is enorm kostelijk en neemt vaak een lange tijd in beslag. Deze centralisatie van goudvoorraden was ook een belangrijk element bij het falen van goud als geld in de 20e eeuw.

Duurzaam

Wat duurzaamheid betreft, is goud opnieuw de overduidelijke winnaar. Goud gaat nooit verloren. Quasi al het goud dat ooit uit de grond werd gehaald of gemunt werd, inclusief het goud van de Egyptische Farao’s, blijft beschikbaar als bovengrondse voorraad en zal nog vele duizenden jaren beschikbaar blijven.

Fiat-valuta en bitcoins zijn in wezen digitale boekhoudposten die een fysieke vorm kunnen aannemen (biljetten, een QR-code of USB-sticks). We moeten dus niet de duurzaamheid van hun fysieke vorm onderzoeken maar de duurzaamheid van de uitgevende instantie.

Doorheen de geschiedenis kenden we reeds talloze fiat-valuta, uitgegeven door overheden en instanties die komen en gaan. Wanneer een overheid ten onder gaat, verdwijnt ook hun opgelegde valuta. De Papiermark, Rijksmark of Rentenmark uit de Weimar Republiek hebben al lang geen waarde meer omdat hun uitgevende instantie verdween. Als de geschiedenis een goeie raadgever is dan is het niet verstandig om fiat-geld als duurzaam te beschouwen op lange termijn. De gemiddelde levensduur van een fiat-geld werd geschat op 27 jaar. De Amerikaanse dollar en de Britse pond zijn met hun langere levensduur dus opmerkelijke uitzonderingen.

Tot slot kunnen we bitcoins, die zonder centrale uitgever worden ontgonnen, als duurzaam beschouwen zolang het netwerk dat de uitgifte controleert in leven blijft. Het is nog te vroeg om hier definitieve conclusies over te trekken maar in de eerste 10 jaar vertoonde het netwerk alvast een hoge graad van anti-fragiliteit. Door het decentrale karakter van het netwerk lijkt het netwerk sterker te worden over tijd.

Deelbaar

Om gebruikt te worden in dagelijkse handel moeten de eenheden voldoende deelbaar zijn. Bitcoins zijn deelbaar tot één-honderdmiljoenste van een volledige eenheid en kunnen via het netwerk in die hoeveelheid verhandeld worden. De enige limiterende factor hierbij is de netwerkkost die moet betaald worden om transacties te doen op het netwerk. Als deze transactiekosten stijgen, kan het oneconomisch worden om kleine hoeveelheden te versturen.

Fiat-geld is deelbaar tot op het niveau van het kleinste centiem dat beschikbaar is. Dit is opnieuw een duidelijk voordeel ten opzichte van goud. In onze handel vandaag kent fiat-geld een voldoende graad van deelbaarheid.

Goud heeft een zeer hoge waarde per gewicht. Dit is aan de ene kant een sterkte, maar tegelijk ook een zwakte. Het maakt goud geen ideaal betaalmiddel om te gebruiken voor kleine transacties bij de bakker of in de winkel. Die rol werd doorgaans overgenomen door zilver.

Schaarste

Een belangrijk voordeel van Bitcoin ten opzichte van fiat-geld en goud is de schaarste van het goed. Het Bitcoin netwerk is zo ontworpen dat er nooit meer dan 21 miljoen eenheden van ontgonnen kunnen worden. De precieze hoeveelheid is echter niet van belang. Het cruciale element is dat het aantal (in dit geval 21 miljoen) vast staat. Hierdoor heeft een eigenaar van bitcoins een absolute zekerheid over zijn aandeel in het totale mogelijke aanbod. Iemand die de sleutels bezit van één volledige bitcoin weet bijvoorbeeld dat maximaal 21 miljoen mensen op onze aardbol (minder dan 0,3% van onze wereldbevolking) evenveel kunnen bezitten.

Hoewel goud doorheen de geschiedenis vrij schaars bleef, was het niet volledig resistent aan aanbodsstijgingen. Mocht een nieuwe methode of technologie voor het ontginnen van goud economisch mogelijk of aantrekkelijk worden (door een uitvinding of door een stijging van de goudprijs), kan het aanbod van goud sterk stijgen. Zo zou bijvoorbeeld goud uit de zeebodem of uit de ruimte kunnen ontgonnen worden, waardoor het beschikbare aanbod van goud toeneemt.

Tot slot is er fiat-geld. Deze relatief nieuwe innovatie in geld toonde zich vooralsnog erg vatbaar aan een constante stijging van zijn aanbod. Natie-staten verhogen voortdurend hun geldhoeveelheid om korte-termijns politieke problemen op te lossen. De inflationaire neigingen van overheden over de hele wereld betekenen dat de eigenaars van fiat-geld moeten verwachten dat de koopkracht van hun spaarcenten zal afnemen doorheen de tijd.

Gevestigde geschiedenis

Geen enkel monetair goed heeft éénzelfde geschiedenis als goud. Het werd gewaardeerd door mensen vanaf het begin van onze civilisatie. Munten die geslagen werden in de Oudheid hebben vandaag nog altijd een aanzienlijke waarde. Hetzelfde kunnen we niet zeggen van fiat-geld, dat een relatief recent fenomeen is.

Vanaf het begin van zijn bestaan had fiat-geld bijna overal ter wereld de neiging om snel waarde te verliezen. Overheden gebruikten inflatie als een manier om burgers te belasten zonder dat ze er erg in hadden. Het was voor dictators en heersers te aanlokkelijk om zich hier van te onthouden. De 20e eeuw toont duidelijk aan dat fiat-geld niet vertrouwd kan worden om zijn waarde te behouden over de middel-lange en lange termijn.

Ondanks zijn korte bestaan toont Bitcoin zich voorlopig zeer resistent tegen aanvallen en tegenslagen. Hoewel de munt al ontelbare keren dood verklaard werd, blijkt dit altijd voorbarig en doet het netwerk gewoon verder. Het Lindy-effect suggereert trouwens dat hoe langer Bitcoin in leven blijft, hoe groter het vertrouwen wordt dat het voor een lange tijd zal blijven bestaan. Het vertrouwen van een maatschappij in een nieuw monetair goed stijgt asymptotisch, zoals hieronder voorgesteld:

![Lindy] Figuur 1: het Lindy-effect (bron: Boyapati, 2017)

Als Bitcoin er in slaagt om zijn 20e levensjaar te halen (nog 9 jaar te gaan) zal er een quasi universeel vertrouwen zijn dat deze technologie een permament karakter in ons leven heeft. Wie gelooft vandaag nog dat het internet opnieuw zal verdwijnen?

Censuur-resistent

Een belangrijke reden voor de vroegste vraag naar bitcoins was hun gebruik in illegale drugshandel. Vele commentatoren leidden daaruit verkeerdelijk af dat de primaire vraag naar bitcoins afkomstig is van hun anonimiteit. Nochtans is het Bitcoin netwerk verre van anoniem. Iedere transactie wordt namelijk voor eeuwig geregistreerd in een publieke boekhouding. Deze historische lijst met alle transacties laat diepgaande analyse toe om de oorsprong ervan te identificeren.

Het klopt dat het voor een voldoende technisch en voorzichtig individu mogelijk is om bij het gebruik van Bitcoin zijn identiteit te verhullen. Maar dit is niet de belangrijkste reden waarom dit internetgeld zo populair was bij drugsgebruikers en -handelaars. Het belangrijkste kenmerk dat Bitcoin nuttig maakt voor deze activiteiten is namelijk dat het permissieloos is op netwerkniveau. Je hoeft aan niemand toestemming te vragen om een transactie te doen. Wanneer de digitale munten verstuurd worden, is er geen menselijke partij die beslist of de transactie toegelaten moet worden of niet. Bitcoin als gedistribueerd peer-to-peer netwerk is van nature ontworpen om resistent te zijn tegen censuur. Dit staat in schril contrast met het fiat-bankensysteem waarin banken en andere poortwachters gereguleerd worden door overheden en verplicht worden om verdachte transacties te rapporteren en te verhinderen. Een klassiek voorbeeld van gereguleerde geldtransmissies zijn kapitaalcontroles. Het kan voor een miljonair die wil ontsnappen aan een onderdrukkend regime bijvoorbeeld vrij moeilijk blijken om zijn vermogen te transfereren naar een veilig en nieuw onderkomen.

Terwijl goud niet uitgegeven wordt door een centrale instantie, maakt de fysieke natuur van goud het niet evident om te verplaatsen. Het is op die manier dan ook vatbaarder aan regulatie van overheden dan Bitcoin.

Onvervalsbare kostbaarheid

Nog een belangrijk kenmerk dat geld moet hebben om op een vrije markt gekozen te worden is een zogenaamde onvervalsbare kostbaarheid. Een object kan kostbaar geacht worden door 1) zijn originele kost (bijvoorbeeld de kostprijs om goud uit de grond te halen) of 2) door de onwaarschijnlijkheid van zijn geschiedenis (bijvoorbeeld kunst). Daarnaast moet deze kostbaarheid ook moeilijk zijn om te vervalsen. In Bitcoin zorgt de Proof-of-Work vereiste voor het ontginnen van nieuwe eenheden ervoor dat de productiekost neigt naar de prijs op online beurzen (in latere artikels meer hierover).

Programmeerbaar

Bitcoin is een computerprotocol met een publieke broncode die voor iedereen zichtbaar en toegankelijk is. Het is zogenaamde open-source software. Het kan altijd en overal gebruikt worden door iedereen die het wil. Software-ontwikkelaars zijn volledig vrij om applicaties te bouwen bovenop het Bitcoin protocol zonder daarbij toelating te moeten vragen aan een centrale instantie.

Decentraal

Decentraal betekent simpelweg dat er geen controle wordt uitgeoefend door een centrale instantie. Op het Bitcoin netwerk kan niemand geweigerd of uitgesloten worden. Of nog, decentralisatie geeft een entiteit binnen het netwerk de mogelijkheid om coercie te vermijden. Coercie is niet noodzakelijk geweld. Het zijn ook negatieve prikkels om mensen te sturen volgens de visie van een autoriteit. Een decentraal karakter is een cruciaal kenmerk voor geld omdat iedere vorm van centrale autoriteit elk ander kenmerk kan bedreigen (voornamelijk schaarsheid en censuurresistentie).

Decentralisatie is ook belangrijk omdat het een grotere sociale schaalbaarheid toelaat. Menselijke samenwerking neigt automatisch naar centralisatie en hiërarchie. Door geld te gebruiken dat decentraal werkt, omzeilen we dit probleem. De nood aan vertrouwen is altijd een limiterende factor in onze sociale instellingen waarop onze maatschappij gebouwd is. Ons geld neemt daar een niet-onbelangrijke plaats in, die te vaak genegeerd wordt in het publieke debat.

De natuurlijke selectie van geld

Elke nieuwe vorm van geld moet kunnen concurreren met zijn voorganger op ieder kenmerk. Wellicht moet het ook beter zijn op een aantal daarvan om aanvaard te worden. Toen goud begon te circuleren als geld probeerden de makers en eigenaars van kralen (een eerdere vorm van geld) iedereen wellicht te overtuigen dat die gele steen geen substituut was voor de gekende kralen. Maar goud had superieure kenmerken waardoor het beter kon overleven als geld en de functies van geld kon vervullen. Het deed er niet toe wat iemand dacht. Goud was voorbestemd om beter geld te zijn dan kralen of schelpen.

We zien in onze geschiedenis dat deze natuurlijke selectie zich onafhankelijk op verschillende plaatsen voltrok. Goud vervulde een belangrijke rol in de civilisatie van de Maya’s (zo’n 4000 jaar geleden), in maatschappijen op het Indische continent (2000 jaar geleden) en bij de Egyptische Farao’s (5000 jaar geleden). Al deze groepen mensen aanbeden goud, vonden het waardevol en zagen het als rijkdom. Het is belangrijk om op te merken dat deze selectie van goud als geld door niemand van bovenaf werd opgelegd. Goud werd waardevol omwille van zijn fysieke eigenschappen en het werd door mensen vrijwillig gekozen als oppotmiddel, ruilmiddel en rekeneenheid. De Maya’s, Egyptenaren en Indiërs hadden geen enkele connectie met elkaar. Ze vormden hun ideeën compleet onafhankelijk van elkaar. De natuurlijke selectie van goud werd enkel ingegeven door de chemische eigenschappen (de genetische code) van ons belangrijkste edele metaal.

Door te voorzien in voldoende monetaire kenmerken, werd goud op een natuurlijke manier geselecteerd als geld op de vrije markt (hard geld). Door de fysieke schaarste van goud en de moeilijkheid om er meer van te produceren leunde dit edele metaal het dichtst aan bij de absolute schaarste van onze tijd. Goud was onze beste manier om waarde te transfereren doorheen de tijd. Dit gele metaal was de lastigste en duurste grondstof om boven te halen uit de aardkorst. Het was op die manier de beste keuze om onze tijdsbesparingen in op te slaan. Het aanbod van goud was resistent aan verandering. Het kostte tijd en energie om nieuw goud uit de grond te halen. De relatieve moeilijkheid om nieuwe monetaire eenheden te produceren bepaalde hardheid van een geld.

We kunnen deze hardheid van goud definiëren via de zogenaamde stock-to-flow. De stock is niets anders dan de bestaande, bovengrondse voorraad goud aanwezig op deze aardbol. Aangezien goud nooit geconsumeerd wordt (al het goud dat ooit ontgonnen werd is vandaag nog in één of andere vorm fysiek aanwezig en beschikbaar) heeft goud een zéér hoge voorraad. De flow is de hoeveelheid nieuw goud die in één jaar kan ontgonnen worden. De ratio tussen de stock en de flow is een goede maatstaf voor de hardheid van een bepaald goed dat dienst doet als geld.

Wanneer mensen er voor kiezen om hard geld, met een hoge stock-to-flow ratio, te gebruiken als oppotmiddel, stijgt de prijs van dat goed. De prijs van het goed gaat omhoog omdat iedereen er een voorraad wil van aanhouden. Door de prijsstijging beginnen producenten meer van dat goed te maken. Omdat de jaarlijkse flow klein is ten opzichte van de bestaande stock zal zelfs een aanzienlijke stijging in nieuwe productie de prijs van het goed niet terug doen kelderen. Aan de andere kant, wanneer mensen er voor kiezen om hun rijkdom op te slaan in zacht geld, met een lage stock-to-flow ratio, is het voor producenten triviaal om relatief grote hoeveelheden van dat goed op de markt te brengen. Hierdoor zakt het goed terug in waarde en wordt de rijkdom van spaarders gestolen (ten voordele van de producenten). Een goed met een lage stock-to-flow ratio kan geen goed oppotmiddel zijn.

Om succesvol te zijn als geld moet een goed een natuurlijk of artificieel mechanisme hebben dat de nieuwe productie van dat goed beperkt. Op die manier wordt de waarde van het goed behouden doorheen de tijd en kan het dienst doen als oppotmiddel. Een goed kan slechts een monetaire rol vervullen als het kostelijk is om te produceren (het kost zowel tijd als energie). Wanneer dit mechanisme niet aanwezig is zal er altijd de verleiding zijn om goedkoop nieuw geld te maken en wordt de opgebouwde rijkdom van spaarders vernietigd. Er is dan geen enkele drijfveer meer om in dat monetair goed te sparen.

In vergelijking met andere monetaire technologieën (zoals zilver of koper) heeft goud een hogere stock-to-flow. Hierdoor is het veel resistenter aan ontwaarding dan andere media. Een goed kan nooit een adequaat oppotmiddel worden als het geen hoge stock-to-flow heeft; het moet in waarde stijgen wanneer mensen het vragen als oppotmiddel en de productie ervan moet beperkt zijn zodat het stijgende aanbod de prijs niet opnieuw omlaag brengt. Goud was hiervoor de beste kandidaat.[3:4]

![stocktoflow] Figuur 2: stock-to-flow ratio’s van verschillende grondstoffen (bron: Ammous, 2018)

In 2009 gaf Satoshi Nakamoto ons een nieuw goed dat de rol van geld kan vervullen. De totale hoeveelheid bitcoins is voorgeprogrammeerd en kan niet worden veranderd, ongeacht hoeveel moeite en energie er in het proof-of-work wordt gestoken. Dit wordt bereikt door het uitgifteschema (zie Figuur 3) van nieuwe bitcoins en door een proces dat de moeilijkheidsaanpassing of difficulty-adjustment noemt. Deze moeilijkheidsaanpassing is misschien het meest ingenieuze aspect van Bitcoin’s ontwerp. Als er meer mensen voor kiezen om bitcoins aan te houden, zal dat de marktwaarde omhoog drijven en wordt het ontginnen van nieuwe bitcoins winstgevender. Hierdoor zullen miners meer middelen inzetten om proof-of-work problemen op te lossen. Meer miners betekent meer rekenkracht, wat zou betekenen dat het oplossen van de proof-of-work puzzels sneller gaat en daardoor de uitgiftesnelheid van nieuwe bitcoins omhoog gaat. Maar als de rekenkracht omhoog gaat, zal de moeilijkheid van de mathematische puzzels, die nodig zijn om de mining-vergoeding te ontgrendelen, verhogen om te verzekeren dat de tijd, die nodig is om een nieuw blok te produceren, ongeveer 10 minuten blijft. Op die manier wordt de uitgifte van nieuwe bitcoins beperkt tot het originele uitgifteschema. Dit betekent dat er ongeveer om de 4 jaar een halvering plaatsvindt van het aantal nieuwe bitcoins dat op de markt komt. De innovatie van Bitcoin is niet de blockchain maar proof-of-work in combinatie met de difficulty-adjustment. Dit geeft ons absolute schaarste op het internet.

![btcemission] Figuur 3: uitgifteschema van nieuwe bitcoins (bron: @bashco_)

De moeilijkheidsaanpassing is de meest betrouwbare technologie om hard geld te maken en de groei van de stock-to-flow te beperken, en het maakt Bitcoin fundamenteel anders dan elk ander soort geld. Wanneer de waarde van elk ander soort geld omhoog gaat zullen er meer middelen worden ingezet om de productie, en zo de totale beschikbare hoeveelheid, te vergroten, terwijl bij Bitcoin het inzetten van meer middelen niet leidt tot de productie van meer bitcoins. In plaats daarvan leidt het ertoe dat er meer rekenkracht nodig is om geldige transacties aan het Bitcoin netwerk toe te voegen, waardoor het netwerk nog veiliger wordt en het moeilijker wordt om netwerk in gevaar te brengen. Bitcoin is het hardste geld dat ooit is uitgevonden. Toegenomen appreciate in de waarde van Bitcoin kan op geen enkele manier leiden tot het vergroten van de totale hoeveelheid; het kan het netwerk alleen maar veiliger en immuun voor aanvallen maken.

![btcs2f] Figuur 4: stock-to-flow ratio’s van verschillende goederen (bron: Ammous, 2018)

Het pad naar monetisatie

Deze natuurlijke selectie van goud als geld kunnen we analyseren via speltheorie. Dit is de studie van rationeel of strategisch gedrag onder verschillende scenario’s. Je kan speltheorie toepassen op situaties waar mensen moeten beslissen om samen te werken of te concurreren. De prijs van goud wordt dus spel-theoretisch bepaald: iedere marktdeelnemer waardeert het goed op basis van zijn inschatting van hoe andere deelnemers het zullen waarderen.

Tijdens het proces van monetisatie zal de koopkracht van een monetair goed snel stijgen. Velen merken op dat hierdoor de schijn van een zeepbel wordt gewekt. Hiermee suggereert men dat Bitcoin (of goud) zwaar overgewaardeerd is. Dit klopt niet. Het is namelijk een kenmerk van alle monetaire goederen dat hun koopkracht veel hoger is dan wordt verwacht enkel op basis van hun gebruikswaarde. Het verschil tussen de koopkracht van een monetair goed en de waarde van een goed omwille van zijn intrinsieke gebruikswaarde kunnen we zien als een ‘monetaire premie’. Wanneer een monetair goed een transitie maakt doorheen de verschillende fases van monetisatie stijgt haar monetaire premie.

![monetary-premium] Figuur 5: monetaire premie van verschillende monetaire media (bron: Boyapati, 2017)

Het proces van monetisatie is dus spel-theoretisch; iedere marktdeelnemer probeert te anticiperen op de geaggregeerde vraag van andere deelnemers en dus op de toekomstige monetaire premie van het goed. Aangezien de monetaire premie niet vasthangt aan een inherente gebruikswaarde van het goed, kunnen deelnemers enkel terugvallen op historische prijzen om te bepalen of een geld ‘goedkoop’ of ‘duur’ is. De link tussen de huidige vraag en historische prijzen is gekend als ‘pad-afhankelijkheid’.

Het punt is dat de concepten ‘goedkoop’ of ‘duur’ eigenlijk betekenisloos zijn bij monetaire goederen. De prijs ervan is geen reflectie van een stroom dividenden of van een gebruikswaarde maar wel van hoe breed het goed al geaccepteerd is om de verschillende rollen van geld te vervullen. Daarnaast zijn marktdeelnemers niet louter observeerders. Ze proberen niet alleen maar te kopen en te verkopen in anticipatie van de verwachte toekomstige monetaire premie. Omdat er geen objectief ‘correcte’ monetaire premie is, gaan markdeelnemers actief de superieure kenmerken van het monetaire goed promoten. Hierdoor hangt er vaak een soort religieus geloof rond geld.

Je herkent het als een religie - een verhaal dat we elkaar allemaal vertellen en dat we accepteren. Religie is de adoptiecurve waar we moeten over nadenken. Het is bijna perfect - van zodra iemand ‘binnen’ is, start die persoon met anderen te overtuigen. Wanneer die anderen aansluiten, starten die opnieuw met evangeliseren. Leigh Drogen

Terwijl deze vergelijking met religie verward kan worden met een soort irrationeel geloof, is het volledig rationeel voor het individu om over de superieure kenmerken van een monetair goed te spreken. Het is daarnaast ook rationeel voor de maatschappij in zijn geheel om te convergeren op één enkele standaard. Geld is de fundamentele bouwsteen voor al onze handel en de adoptie van een superieure vorm van geld heeft enorme voordelen voor alle leden van de maatschappij.

Bitcoin en goud, zoals alle monetaire goederen, vertonen dus een monetaire premie om wille van hun hardheid. Deze monetaire premie is de reden achter de vaak gehoorde kritiek dat Bitcoin een ‘zeepbel’ is. Alle monetaire goederen hebben een monetaire premie. Het is deze premie (een prijs die hoger is dan enkel verklaard kan worden door gebruikswaarde van een goed) die het belangrijkste kenmerk is van alle soorten geld. Met andere woorden, geld is altijd en overal een zeepbel. Paradoxaal kan een monetair goed dus een zeepbel zijn en tegelijk ondergewaardeerd zijn wanneer het zich in een vroege fase van adoptie bevindt.[1:2]

We hebben in dit artikel onderzocht welke de kenmerken zijn van een goed waardoor het op de vrije markt gekozen wordt als geld. In onze geschiedenis werd goud door velen gekozen als beste vorm van geld. Dit gebeurde onafhankelijk van elkaar in verschillende uithoeken van onze aardbol en werd enkel ingegeven door de chemische eigenschappen van deze ‘nutteloze gele steen’. In de twintigste eeuw faalde goud als geld en nam fiat-geld deze rol over. Dit gebeurde echter niet op de vrije markt en dit fiat-geld is verre van schaars. Intuïtief begrijpen we dit en we proberen onze rijkdom te transfereren doorheen de tijd via andere media zoals vastgoed, aandelen of kunst. De ontdekking van absolute digitale schaarste geeft ons een nieuw goed dat superieur is als geld.

Ik twijfel er niet aan dat de natuurlijke selectie van geld verder zal doorzetten en dat we als maatschappij zullen convergeren naar een nieuwe maatstaf voor waarde: Bitcoin. In een volgend artikel wil ik ingaan op het einde van goud als geld. Daarnaast wil ik proberen uit te leggen waarom fiat-geld onethisch is en bijdraagt aan een oneerlijke verdeling van middelen binnen onze maatschappij.


Boyapati, V. (2017) - The Bullish Case for Bitcoin↩︎↩︎↩︎

Held, D. (2018) - Planting Bitcoin↩︎↩︎

Ammous, S. (2018) - The Bitcoin Standard. ↩︎↩︎↩︎↩︎↩︎

Szabo Nick (2002): Shelling Out - The Origins of Money↩︎

Breedlove (2019) - Bitcoin and the Tyranny of Time Scarcity↩︎↩︎

Acrual (2019) - Money and Time↩︎↩︎